Levinas & Ethique et Infini

Ethique et infini

Ethique et Infini is een bundeltje teksten van de radio-interviews met Levinas uit 1981 door zijn jongere collega Philippe Nemo. Na de Franse publicatie ervan in boekvorm (1982) verscheen zes jaar later een Nederlandse vertaling door C. J. Huizinga. Ik was als recent afgestudeerd filosoof druk bezig met mijn eerste eigen Levinasvertaling, toen de uitgever mij vroeg over Ethisch en Oneindig – zo heette de vertaalde bundel – een recensie te schrijven voor Tijd en Taak, het blad van de christen-socialistische Woodbrokers. Ik was vereerd, ging aan het werk, en schrok…

… maar niet zozeer van de tekst, als wel van de vertaling. Het ging me aan het hart dat goedwillende Nederlandse lezers een vertekend beeld kregen van Levinas en van zijn werk. Maar hoe zeg je dat – en wie was ik om daarover te oordelen? Als geschoolde, maar beginnende filosoof-vertaler met weinig academische connecties, kon ik niet veel pretenties hebben. Ik had ook geen behoefte om er hard tegenin te gaan. Resultaat: een vriendelijk-precies artikel over wat er volgens mij mis was in de vertaalde tekst, met de uitgesproken hoop dat deze toch zou bijdragen tot beter begrip etc. etc. 

Nooit meer iets gehoord van de vertaler of de uitgever, en slechts incidenteel van een andere Levinaslezer. Wat wil je ook, met een clubblad van aardige wereldverbeteraars? Ik had genoeg te doen met mijn eigen vertalingen. Ook over het feit dat de redactie mijn artikel had ingekort heb ik niet geklaagd, al ging het daarbij juist om onjuistheden die de lezer een averechtse indruk geven. Ook mijn terloopse opmerking over de titel was er niet ingekomen: de vraag of Ethisch en Oneindig soms op het filosoferen van Levinas sloeg – een ethische filosofie die ook nog oneindig moest zijn… terwijl hij ons juist iets wil leren over Ethiek en het Oneindige.

Intussen zag ik het belangrijkste over het hoofd. Ik ging voorbij aan de Nederlandse flaptekst van het boek, waarin Levinas bejubeld werd als ‘een van de grootste moralisten van deze tijd‘ – weer zo’n voorbeeld van ethisch knuffelwerk waarmee hij als filosoof miskend wordt. Wel memoreerde ik met enige nadruk dat Levinas met de woorden travailler en philosophie niet bedoelde te zeggen dat hij ‘aan de slag kon‘ als filosoof, maar dat hij begrepen had dat er in de filosofie echt werk te doen was, anders dan het uitpluizen en herkauwen van het oeuvre van voorgangers. Maar het drong nog niet tot mij door, dat in het hele interview juist die research-kant van Levinas onderbelicht blijft.

In het mondelinge vraag-en-antwoord-spel op de radio werd alles noodgedwongen in het kort gezegd, terwijl Levinas het niet kon laten om al pratend nog even een nuancering in te vlechten. Leuk voor wie al enigszins vertrouwd is met zijn werk. Voor wie zijn boeken niet gelezen heeft, schieten zijn uitspraken hopeloos tekort om iets mee te krijgen van zijn moeizame slow thinking, of van zijn snelle gedachtensprongen. Wat bijblijft zijn vertrouwd aandoende termen als verantwoordelijkheid jegens het gelaat van die beroemde Ander, die prettig lijken aan te sluiten op een christen-humanistische ethiek. De weg naar bestudering van zijn uitdagende filosofische werken, toen allemaal al gepubliceerd, werd zodoende voorzien van een glibberige laag asfalt, die alle ruimte liet aan wie wilde voortbouwen op de oude, klassieke filosofie: psychologen en sociologen, en in toenemende mate ook aan hersenonderzoekers.