Een glimp van inzicht?

Ik gebruik deze blog als voorportaal: dingen die ik bedacht heb, losse notities, ideeën die uitgewerkt kunnen worden in www.txxtlab-levinas.eu, de website die steeds meer inhoud krijgt. Zo heb ik daar dezer dagen in de Werkplaats een stuk gedeponeerd getiteld 'Leven in het nu, en dan…?', met een verder doordacht commentaar op het interview met Kabat-Zinn waar ik hier eerder over schreef. En zo zal ik hier ook verder werken, uitgaande van wat ik her en der tegenkom aan aanknopingspunten.


    Zojuist herlas ik in NRC Weekend van 29/9 hoeveel moeite de jonge Isaac Newton had, 340 jaar geleden, om zijn baanbrekende werken aan de man te brengen. Zijn mathematische benadering van de kleursplitsing van het licht paste slecht in gangbare opvattingen over hoe de zichtbare wereld in elkaar steekt. De consequentie van Newton's kleuren-splitsing is het inzicht dat wit licht de optelsom van al die kleuren vormt. Tja, bij iets zo doorzichtigs als helder daglicht denkt een mens eerder aan kleurloosheid, en bij de bekende kleurstoffen werkt het zelfs precies omgekeerd, waar combinatie van kleuren juist naar steeds dieper zwart leidt. Naar huidige maatstaven zal ook bij nieuw onderzoek steevast de eerste vraag zijn 'of het past binnen de internationale discussie', aldus de auteurs. Maar hoe zit dat bij Levinas? Hij is wel degelijk wereldwijd bekend geworden, maar helaas vooral als theologisch angehauchte ethicus. Ik vrees dat die bekendheid in zijn geval een extra probleem betekent voor wat zijn puur filosofische onderzoek betreft. Maar misschien helpt het te bedenken dat zijn ongekend moderne antropologie ook iets met kleurschifting te maken heeft.
   Echt stevig mens-zijn waar onze taal uitdrukking aan geeft, begint en eindigt met redelijk inzicht vol onderscheidingen van dit en dat, van doel en middel, van oorzaak en gevolg, en van subject en object. Voorgangers en vroege tijdgenoten van Levinas voelden dat er iets ontbrak aan al die steeds machtiger wordende rationaliteit. Zij werkten aan levensfilosofieën vol menselijke en intermenselijke krachten, en vol creativiteit, maar een goedbedoelde theorie kan in politieke toepassingen levensgevaarlijk uitwerken, zoals schroeiend zonlicht ook moorddadig kan blijken. Op dit punt start de analyse van Levinas, die mede voortkomt uit zijn jarenlange ervaring met erbarmelijke omstandigheden waar het voor mensen nog alleen om overleven gaat. Als je nu eens geen uitgedachte wereld meer voor ogen hebt, is er dan niets meer te doen dan verbijsterd radeloos zijn, of warrig mijmeren in een schaduwrijk?
    Hier komen de kleuren op die een stukje licht meebrengen voordat je echt 'een licht opgaat'. Levinas brengt kleur in de beschrijving van ons innerlijk leven, schrijf ik in dat stuk – die van Kabat-Zinn noem ik zonder veel nuance – en ik had er oker- en groen-gekleurde lagen bij voor ogen. Een glimp van vóór het verlichte inzicht, als je gaat leven in tevredenheid, naar behoefte genietend van de binnenkant waar je je in wentelt… De manier waarop Levinas flexibiliteit in woorden en uitdrukkingen vindt om zulke nuanceringen ter sprake te brengen binnen ons rationele discours verdient nadere studie!