De lieve vrede

Met de verschijning van Totalité et Infini maakte Levinas in 1961 zijn entree in bredere filosofische kringen. Kort daarna werd hij benoemd tot hoogleraar in de filosofie, maar het waren vooral theologisch geïnteresseerden die zijn algemeen als zeer moeilijk beschouwde werk gingen lezen. Geen wonder misschien,...

Met de verschijning van Totalité et Infini maakte Levinas in 1961 zijn entree in bredere filosofische kringen. Kort daarna werd hij benoemd tot hoogleraar in de filosofie, maar het waren vooral theologisch geïnteresseerden die zijn algemeen als zeer moeilijk beschouwde werk gingen lezen. Geen wonder misschien, met een lastige inleiding waarin het over eschatologie gaat, en zelfs messiaanse eschatologie, en met verder ook plaagstootjes richting theologie en scherpe opmerkingen over atheïsme. Passages over ethiek en over de Ander kregen een warm onthaal, ook zonder veel interesse in de filosofische denktrant van de auteur. In het kader van de joods-christelijke toenadering kreeg hij vanzelf nog extra aandacht – zijn uitgesproken opvattingen over Jodendom waren minder bekend. En zo ontwikkelde zich een soort strijdtoneel waar uiterst zachtzinnig met verschillende wapens werd gestreden, met als hoofddoel het bewaren van de lieve vrede.
Terwijl Levinas met zijn spitse uitvallen richting theologie ruimte wilde maken voor zijn filosofische werk, omarmen de ethisch-theologisch gerichte filosofen hem zo hevig dat er in boksers-termen een clinch-situatie kon ontstaan, zonder een scheidsrechter die er een eind aan maakt. Dat kon ook moeilijk, als de een meer als een schermer opereert en de anderen slecht boksen, en als bovendien – de grootste moeilijkheid, denk ik – die ene Levinas geenszins terreinwinst nastreefde, maar juist op doortocht was. Zijn werk als filosoof ligt op ander, ongekend terrein dat hij verkent langs ongemakkelijke wegen.
Voor een even bescheiden als vredelievende nieuwlichter was het filosofische wereldje van de jaren zestig niet bepaald toegankelijk. Franse existentialisten hadden het druk met hun cultuur-politieke strijdvaardigheid die nog niet genoeg was vrijgevochten. Zij leunden aan tegen marxisten en maoïsten die als collectief doorgingen met de strijd, vanuit gauchistische ideologieën die soms strenger waren dan een geloof. Bij de maatschappelijk minder, maar filosofisch juist meer partijdige Franse Heideggerianen groeide de weerzin tegen die Levinas die bij de meester had gestudeerd, maar hem ook tegensprak. En wat had een Frans-schrijvende 'continentale' denker in de grote angelsaksische buitenwereld te vertellen…?
De liefdevolle omarming door zijn aanhangers heeft Levinas niet verstikt, maar zijn armslag ook niet bevorderd. Hij is als filosoof blijven werken, maar wegens het etiket van ethicus en halve theoloog met beperkte respons. In mijn studietijd betekende de bestudering van Totalité et Infini dat we globaal kennismaakten met zijn vreemde gedachtenwereld, en met die moeilijke taal. Geen idee van wat er filosofisch op het spel stond… Pas na mijn afstuderen ben ik als vertaler nader tot zijn werk gekomen, met na vlijtig puzzelwerk een rijtje bibliotheek-boeken als resultaat, en een aantal losse stukken waar in kleine, vaak kerkelijke kring belangstelling voor was. Na jarenlang stug doorstuderen op de études in zijn werk ben ik nu ook innerlijk zeker genoeg over het filosofische gehalte ervan, om naar buiten te treden. En dat wordt tijd!