Terwijl ik mij wat meer in keukenkwesties begon te verdiepen, en mij afvroeg wat je daar als mens toch loopt te doen, moest ik eens denken aan de aloude verhouding van subject tot object. Voor filosofen is daarbij vanouds vooral de vraag: hoe komen we van de een tot het andere. Er blijft een soort sprong nodig om als subject je object te kunnen bevatten. Maar toen schoot mij te binnen wat er gebeurt in Cognitieve Therapie – die praktischer is, minder problematiserend, juist bewust gericht op vermindering van problemen. Als zo'n therapeut te maken krijgt met een cliënt die in de problemen zit, dan bekijkt hij [of zij] hoe deze zich als subject verhoudt tot objecten in zijn wereld, en dan met name waar deze bang voor is, zich over opwindt of verdriet heeft. Ik weet niet of men dit soort verhoudingswijzen in die kringen ook cognities noemt –geen bezwaar!– maar ik weet wel dat deze therapie zich richt op een meer rationele benadering, uitgaande van de vraag of die angst, opwinding of verdriet reëel mag heten, met name bij kwesties die lang 'doorzieken'. De therapeut moedigt eerst bewustere reflectie aan op de situatie en op eigen gedrag daarin – bijvoorbeeld in dagboekvorm – en helpt de cliënt daarna er anders over te gaan denken, of de aandacht op andere zaken te richten, die als object minder beladen zijn.
Soms werkt dit prima, maar met mijn Levinas-bril moet ik er natuurlijk nodig anders naar kijken – of er doorheen. Bij deze filosoof denk je niet meteen of in de eerste plaats aan therapie – zoals bij filosofen voor wie beter-denken al genoeg is om therapeutisch te werken – maar hij deinst niet terug voor de mogelijkheid om iets te doen dat beter-dan-denken mag heten. Beter maken, therapie… wat zegt dit in de praktijk? Levinas doorbreekt de rigide scheidslijn tussen subject en object, en verlegt de nadruk van objectiviteit naar de wijze hoe jij je als subject een wereld eigen maakt: afstandelijk, maar ten nauwste erbij betrokken. Uit zijn beschrijvingen valt te leren: minder piekeren over wat je kunt denken en doen, en er meer bij stilstaan zonder het te beoordelen. Een dagboek bijhouden past daar prima bij, indien en voorzover – daar komt de kanttekening! – je erin slaagt jezelf en je situatie te bekijken los van de gangbare psychologiserende clichés. Zoals Levinas bijvoorbeeld zelf doet in zijn fenomenologische studie van vermoeidheid (te vinden in de Bibliotheek van mijn website www.txxtlablevinas.eu). Zo helpt hij deurtjes te openen naar een ander begrip voor ons innerlijk leven, al is het maar dat zulke vermoeidheid vlakbij luiheid kan liggen zonder verboden te moeten worden.