Apart en tegendraads…?

Voorjaarszon in de kamer. Mijn trouwe cyclaam krijgt water – die bloeit al zeven jaar, dankjenogwel Benna, echt genieten! In populaire blogs zorgt de schrijfster altijd dat het leuk blijft, lees ik. Je moet er vrolijker van worden. Maar hoe fout ben ik dan bezig geweest? Begint zo'n filosoof over doodmoe-zijn en n...

Voorjaarszon in de kamer. Mijn trouwe cyclaam krijgt water – die bloeit al zeven jaar, dankjenogwel Benna, echt genieten! In populaire blogs zorgt de schrijfster altijd dat het leuk blijft, lees ik. Je moet er vrolijker van worden. Maar hoe fout ben ik dan bezig geweest? Begint zo'n filosoof over doodmoe-zijn en niet-meer-kunnen, en nog vertaalproblemen ook. Kan het deprimerender? Zegt dit ook iets over de lauwe ontvangst van Van het zijn naar de zijnde, het boek waarin Levinas deze thema's ging bespreken? Alleen zo'n titel al, en dat in 1948, een tijd van aanpakken en keuzes maken, van opbouwen en genieten van naoorlogs leven in vrijheid! In onze tijd zijn we wel weer bereid om nare problemen onder ogen te zien, maar wel graag in een zoektocht naar verlichting: een therapie, of minstens inzicht waar zo'n kwaal aan ligt. Maar wat wil de filosoof ermee?
       Soms zegt een mens meer dan-ie denkt. Een simpele verzuchting als 'ik ben geen mens meer…' – óp van vermoeiende narigheid – roept een vraag op: is mens-zijn dan niet alles dat we hebben? Doet er zich soms iets anders voor in een mensenleven, iets waar we geen weet van hebben? Om dat te onderzoeken zoekt Levinas eerst de grens op, waar iemand in zo'n diepe impasse verkeert [Frans voor: doodlopende weg]. Die omschrijft hij nader: je dreigt jezelf te verliezen in een leegte zonder houvast of perspectief, maar overvol onbegonnen gedoe van eindeloos aan-het-zijn-zijn. En dan zoekt hij een trefwoord, en vindt het curieuze il y a dat wij moeten vertalen als 'er is…' of 'er zijn…', maar dat in het Frans zonder actief werkwoord 'zijn' kan – dus zoiets als 'je hebt…' zonder 'hebben'. Rare taal, maar passend voor de verbijstering waaruit je net ontwaakte. Klinkt heftig, maar in feite werkt de filosoof aan een ontnuchterde omschrijving van een grenservaring. En daar zit ons probleem.
       Tegenwoordig is het weer mode om over 'intuïtie' te praten, en over 'onderbuikgevoelens'. Plaatselijke politici schermen er graag mee. Maar wat zeggen ze? Toch niet veel meer dan 'ik doe mijn ding', dunkt mij. Dat hoort dan gewoon bij je mens-zijn, in elk geval bij zaken waar – fijn existentialistisch – iets te kiezen valt. Muzikanten zijn daar goed in, sportmensen ook – die kunnen zonder woorden veel bereiken door de grenzen op te zoeken. En denksport? Kaart- en bord-spelers kunnen toe met een beperkte woordenlijst; puzzelaars zijn juist dol op woorden om mee te spelen, maar los van de realiteit. Levinas kan ons, denk ik, helpen te ontdekken dat nadenken over concreet mensenleven van vóór de woorden ook een sport kan zijn, waaraan je hard én met plezier kunt werken.
       Hij begint in het duister, gaat vervolgens vanuit 'een onnadenkend levend wezen' ons aller aparte eigenheid scherper toespitsen, inclusief atheïsme, maar dan barst ook in zijn moeilijkste boek het volle leven los met culinair en intellectueel genieten, zij het niet zonder strijd. Hij betoont zich een denker over vrede die de realiteit van oorlog onder ogen ziet, niet als een noodzakelijk kwaad maar als de grote uitdaging om tot vrede te komen. Vandaag bedacht ik dat juist in vechtsporten soms iets voelbaar wordt van wat de filosoof wil zeggen over innerlijk leven, en hoe hij daarbij te kampen heeft met ingeroeste denkpatronen die niet onjuist zijn, maar voorbijgaan aan wat eronder ligt, of eraan vooraf kan gaan.  Ook dat gevecht kan genietbaar worden voor wie kan meeleven, of meedoet. Mijn doel met dit project is ook die sensatie over te dragen, waar alle onderzoek en studie het van moet hebben.