"Augustinus zei het al: 'Geluk is blijven verlangen naar wat je al hebt'."
Dit is een derdegraads citaat: het komt van literair journaliste Margot Dijkgraaf, die in de krant van dinsdag vertelde over Frédéric Lenoir die zich beroept op Augustinus – onder anderen. Haar interview met deze Franse filosoof en godsdiensthistoricus biedt een goed voorbeeld van een prettig aansprekende manier van filosofie bedrijven. Je hebt alle filosofische grootheden bestudeerd, en je citeert nu en dan een enkele regel van een van hen die als positieve leefregel kan dienen. Daaromheen vlecht je je eigen verhaal, en het is fijn als je daarin kunt vertellen hoever je zelf bent gekomen. Zoals Fr. Lenoir zegt: "In het voetspoor van veel filosofen heb ik geleerd dat je 'ja!' moet zeggen tegen het leven."
Dan ben je toch mooi in het spoor van Frater Venantius, nietwaar. Hoewel… Wim Sonneveld gaf hem minder dwingend stem. Van de Frater moest je niks, hij moedigde je slechts aan met z'n zachtzinnig-zuidelijke "Zeg maar 'ja' tegen 'tleven…" Een gewichtig nuanceverschil, zoals het Franse: 'Tu ne tueras pas…' bij Levinas ook anders klinkt dan ons: 'Gij zult niet doden'. Moe-je niet doen, mens… zeg maar 'ja' voor die ander.
Loop ik nu ook weer achter mijn filosofische grootheid Levinas aan? Ja, klopt absoluut, maar zoals steeds in een storend lastig-dwarse beweging. Want Levinas verkondigt geen Zesde Gebod maar gaat op zoek: hoe komen wij daarbij, waar halen we dat vandaan, welke intermenselijke intrige maakt ons attent op Andermans leven? En dat wordt een heel karwei, die zoektocht, waarbij andere filosofen wel met eerbied, maar lang niet altijd instemmend worden aangehaald.
Lenoir blijkt in dit interview naast en/of boven al zijn filosofie overigens ook al dertig jaar zo'n beetje boeddhist te zijn, althans regelmatig te mediteren, wat hem nog eens te meer in hedendaagse sferen passend maakt. Een beetje existentiële filosofie, bij elkaar gescharreld in een vrije individuele leefwereld zonder de jeugdige opstandigheid van de oude existentialisten, die echter wel ergens tegen zijn eigen grenzen schijnt op te lopen. Met als enige "oplossing … dat het individu het hart van het systeem blijft, en dat hij zich verantwoordelijk gaat voelen voor zichzelf en voor de ander", aldus Lenoir. Ja, zulk "altruïstisch individualisme" is zelfs "de uitdaging voor deze eeuw", meent hij – dit alles ter promotie van zijn 'Kleine verhandeling over innerlijk leven' [zie mijn blog van 25-5].
Dan krijg ik toch weer zoiets van: Leer Liever Levinas Lezen! Die begon zijn zoektocht midden vorige eeuw, toen het altruïstisch individualisme nog aardig nabloeide in kerkelijke en politiek-sociale kringen, maar wel zwaar beschadigd was geraakt in voorafgaande jaren van oorlog, revolutie en volkerenmoord. De uitdaging voor Levinas was toen al om te achterhalen waar we die 'socialiteit' vandaan halen als de oude sociale verbanden verloren gaan – wat daarna ook gebeurde – en daar gaat zijn werk dus over.