Het nieuws breekt in: universiteiten bezuinigen op alfa-studies. Hoezo? Het aantal inschrijvingen bij bepaalde taalstudies valt tegen, dus die 'kleine letteren' worden te duur. Er komen 'brede bachelor'-studies, waarin men zich minder in éen taal verdiept. Ik kan me daar iets bij voorstellen, zolang er goede vertalersopleidingen blijven. De vraag is alleen hoe ondiep en hoe vlak zo'n brede studie wordt.
In de filosofie-studie speelt deze kwestie allang. Honderd jaar geleden schreven Nederlandse filosofen nog Frans, Duits en Engels. Zo'n dertig jaar geleden kregen die talen juist het stempel 'elitair': eigen taal eerst! Maar niet overal liep het zo'n vaart. Een werkgroep las Totalité et Infini in het Frans, terwijl aan de vertaling nog gewerkt werd. Inmiddels zijn er vertalingen genoeg, ook van andere werken -ik maakte er zelf vier. Maar er is weinig belangstelling voor; studenten hebben weinig tijd. Toch zijn er twee redenen waarom vertaalkunde juist nu van groot belang is, een Europese en éen die specifiek Levinas betreft.
In Europa vormen de vele talen een belemmering voor politieke toenadering; dit wordt 'opgelost' doordat iedereen alle stukken in eigen taal krijgt. Paradoxaal resultaat: een legertje vertalers houdt de nationale apartheid zoveel mogelijk in stand, terwijl het politieke samenspel juist een verdieping van onderlinge verstandhouding kan gebruiken. Binnen de Westerse filosofie gaat het in hoofdzaak om slechts drie taalgebieden - Frans, Duits en Engels, ieder met een eigen stijl van filosofie-bedrijven - waar wij middenin verkeren. En hier biedt juist het werk van Levinas unieke kansen: in het Frans geschreven door een genaturaliseerde allochtoon die filosofisch een grensganger is gebleven, groot kenner van een Duitse filosoof en voldoende Engels georiënteerd om zich ooit af te vragen of wijsbegeerte in de kern niet een meditatie over Shakespeare is.
Met de eerbiedige houding van Levinas jegens het klassiek-filosofische 'denken over denken', vallen bij zijn eigen onderzoek naar ongedachte menselijke belevingen de landsgrenzen grotendeels weg. Maar de 'vreemde' taal die hij daarbij ontwikkelt blijft, als het goed is, ook in vertaling voorlopig vreemd, hoe gewoon de gebruikte woorden soms ook zijn. Denk aan vermoeidheid in ons taalgebied waar psychologie en 'zorg' de dienst uitmaken, met het wetenschappelijke gezag dat zij genieten dankzij… de klassieke filosofie. Of denk aan oneindig… Of aan de volgende stap aan de grens van menszijn, waar Levinas de oer-Franse term il y a introduceert voor een naamloos-aan-het-zijn-zijn, waar een mens op stuit als alle zekerheid wegvalt in peilloze verschrikking. Er is: zelfs geen niets bedreigt je anoniem geworden 'ik' (daarover later meer). Mooi studiemateriaal voor mensen uit de drie taalgebieden, met Nederlanders als vaardige traits d'union?
Authors: Ab Kalshoven